Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [4]Van toen af is Uw troon bevestigd, Gij zijt van eeuwigheid af. 4. Te weten, van eeuwigheid aan, en voorts [ten aanzien van de dadelijke oefening des gerichts] van dat de wereld is geschapen en bevestigd. Verg. Spreuk.8:22, alwaar deze manier van spreken van de eeuwigheid genomen wordt.